Op een enkel keramisch monument na herinnert niets meer in Hilversum aan het bestaan van de tussen 1902 en 1923 zeer succesvolle Plateelbakkerij ‘Delft’ die internationaal ook wel bekend stond als de fabriek van Briegleb. De van oorsprong Duitse industrieel Otto Briegleb die ook eigenaar was van de Ripolin Verffabriek aan de Laarderweg in Hilversum, wist zijn in origine als fabriek van Delfts Blauw gesticht bedrijf uit te bouwen tot een heel belangrijke producent van tegels, tegelplaten en tegeltableaus. Op de Wereldtentoonstelling van 1905 in Luik en die van 1906 in Milaan trok de PBD grote, publieke belangstelling met haar tegeltableaus. Het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo presenteert een aantal tableaus van de PBD, maar op grond van het unieke bruikleen van Bert-Jan Baas brengt het Keramisch Museum Goedewaagen op zaal veruit de meest uitvoerige collectie.
WebAssen
In 1905 kreeg de Amsterdamse tegelhan-delaar Arnold Heystee een prominente rol in de productie van tegeltableaus van de Pla-teelbakkerij ‘Delft’ in Hilversum. Als protégé van Heystee ging Cornelis de Bruin aan de slag voor het aanmaken van eigentijdse keramiek. Hij schilderde tegelplaten en maakte een bijzondere reeks kunstkeramiek dat uitgebracht werd onder de naam Dorna.
De 300-jarige herdenking van de geboortedag van Rembrandt in 1906 inspireerde de ambitieuze tegelhandelaar Arnold Anthonius Marie Heystee (1876-1941) tot een even gedurfd als modern ogend marketingconcept voor zijn tegelwerk-edities. Hij bracht een Nederlandse en Engelstalige koperdiepdruk-catalogus uit met zwart-wit reproducties naar zowel 17e eeuwse schilderijen als naar olieverven van zogenaamde Moderne meesters uit de tweede helft van de 19e eeuw.
Kort na 1900 werd het een rage. Jubilerende fabrikanten, verzekeraars, winkels en bestuursorganisaties lieten bij de grote faïence- en plateelfabrieken tegeltableaus schilderen. Naast Porceleyne Fles en Rozenburg waren de uitvoerders vooral de Amsterdamse tegelbakkerij De Distel en de Hilversumse Plateelbakkerij Delft.
Vanaf de jaren 80 van de 19e was het de Delftse aardewerkfabriek De Porceleyne Fles die in Nederland een prominente rol vervulde als producent van monumentale tegeltableaus en bouwkeramiek. Het waren Adolf le Comte (Rijswijk, 1850 – Den Haag, 1921), docent ook aan de Polytechnische School in Delft, en Leon Senf (Delft, 1860 – Alkmaar, 1940), die jaren achtereen in diverse keramische technieken tableaus uitvoerden.
Bij de stichting van de Plateelfabriek Rozenburg in 1883 koos de nieuwe fabriek voor een eigen, toen ook grensverleggende moderne keramiek. Daarmee kwam ook een uitgebreide productie van tegels, tegelplaten en tegeltableaus op gang. Sleutelfiguur daarbij was Daniël Harkink. Hij hielp geestverwante jonge kunstenars op weg bij het plateelschilderen en was ook verantwoordelijk voor de decoratietechnieken.