PBD, tegeltableau, decor Opstanding (coll. Bert-Jan Baas)

Op een enkel keramisch monument na herinnert niets meer in Hilversum aan het bestaan van de tussen 1902 en 1923 zeer succesvolle Plateelbakkerij ‘Delft’ die internationaal ook wel bekend stond als de fabriek van Briegleb. De van oorsprong Duitse industrieel Otto Briegleb die ook eigenaar was van de Ripolin Verffabriek aan de Laarderweg in Hilversum, wist zijn in origine als fabriek van Delfts Blauw gesticht bedrijf uit te bouwen tot een heel belangrijke producent van tegels, tegelplaten en tegeltableaus. Op de Wereldtentoonstelling van 1905 in Luik en die van 1906 in Milaan trok de PBD grote, publieke belangstelling met haar tegeltableaus. Het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo presenteert een aantal tableaus van de PBD, maar op grond van het unieke bruikleen van Bert-Jan Baas brengt het Keramisch Museum Goedewaagen op zaal veruit de meest uitvoerige collectie.

PBD, tegelplaat, decor Molengezicht, unicum Corns-de-Bruin, 1909 (coll. Bert-Jan Baas)

In 1905 kreeg de Amsterdamse tegelhan-delaar Arnold Heystee een prominente rol in de productie van tegeltableaus van de Pla-teelbakkerij ‘Delft’ in Hilversum. Als protégé van Heystee ging Cornelis de Bruin aan de slag voor het aanmaken van eigentijdse keramiek. Hij schilderde tegelplaten en maakte een bijzondere reeks kunstkeramiek dat uitgebracht werd onder de naam Dorna.

PBD, streekdrachttegel, decor Scheveningen,1905 (coll. Bert-Jan Baas)

Het was ook De Bruin die zijn streekdrachtenwerk voor De Distel tot 1903 bij de PBD voortzette. Intrigerend zijn bijvoorbeeld de twee kruiken met het kenmerkende De Bruin-motief van het breien. Niet alles kreeg naast het driehoekige fabrieksmerk van de PBD ook een herkenbare schilderssignatuur.

PBD, tegelplaat, sepiakleurig, naar.Jozef Israëls, Zoon van het oude volk, 1909 (coll. Bert-Jan Baas)

De 300-jarige herdenking van de geboortedag van Rembrandt in 1906 inspireerde de ambitieuze tegelhandelaar Arnold Anthonius Marie Heystee (1876-1941) tot een even gedurfd als modern ogend marketingconcept voor zijn tegelwerk-edities. Hij bracht een Nederlandse en Engelstalige koperdiepdruk-catalogus uit met zwart-wit reproducties naar zowel 17e eeuwse schilderijen als naar olieverven van zogenaamde Moderne meesters uit de tweede helft van de 19e eeuw.

PBD, gelegenheidstableau, decor 10-jarig bestaan Transito-maatschappij, 1910 (coll. Meentwiijck)

Kort na 1900 werd het een rage. Jubilerende fabrikanten, verzekeraars, winkels en bestuursorganisaties lieten bij de grote faïence- en plateelfabrieken tegeltableaus schilderen. Naast Porceleyne Fles en Rozenburg waren de uitvoerders vooral de Amsterdamse tegelbakkerij De Distel en de Hilversumse Plateelbakkerij Delft.

Ansichtkaart van de Dam in Amsterdam, met standbeeld Naatje, ca 1898

Als er één plek in Amsterdam getuigt van de plotselinge welvaart in handel en industrie rond 1900 – de bloeitijd ook van de Nieuw Kunst, Art Nouveau of Jugendstil –. dan is dat de bouwontwikkeling langs de Noord-Zuid as van het Centraal Station tot en met de Ferdinand Bolstraat.

Heystee-HPB, gelegenheidstableau Colnot, 1930 (coll. Meentwijck)

In 1923 deden PBD-eigenaren Heystee & Smit het bedrijf over aan meesterschilder Nico Oosterhoff. Oosterhoff verliet het door Gust Briegleb gebouwde fabriekspand van de PBD aan de Laardeweg 125 en betrok een nieuwe behuizing aan de Zeedijk 25 in Hilversum.

Porceleyne Fles, reliëftegel, LSV-lustrum 1935, ontwerp Richard Roland Holst (coll..Julius Branolte)

Vanaf de jaren 80 van de 19e was het de Delftse aardewerkfabriek De Porceleyne Fles die in Nederland een prominente rol vervulde als producent van monumentale tegeltableaus en bouwkeramiek. Het waren Adolf le Comte (Rijswijk, 1850 – Den Haag, 1921), docent ook aan de Polytechnische School in Delft, en Leon Senf (Delft, 1860 – Alkmaar, 1940), die jaren achtereen in diverse keramische technieken tableaus uitvoerden.

Potterij Rembrandt, Utrecht, streekdrachttegel, decor Volendam, 1906-1908 (coll. Bert-Jan Baas)

Niet alleen de Amsterdamse Pla-teel- en Tegelbakkerij De Distel bracht een grote serie streekdrachttegels uit, ook Pieter Köhlers Potterij Rembrandt lanceerde kwalitatief goed geschilderde streekdrachtmotieven.

Rozenburg, tegelplaat 'Dans in de schuur', naar Bega, door Daniël Harkink, 1888 (coll. Bert-Jan Baas)

Bij de stichting van de Plateelfabriek Rozenburg in 1883 koos de nieuwe fabriek voor een eigen, toen ook grensverleggende moderne keramiek. Daarmee kwam ook een uitgebreide productie van tegels, tegelplaten en tegeltableaus op gang. Sleutelfiguur daarbij was Daniël Harkink. Hij hielp geestverwante jonge kunstenars op weg bij het plateelschilderen en was ook verantwoordelijk voor de decoratietechnieken.