WebAssen
Met een ploeg in Duitsland opgeleide porseleinschilders werd in 1901 in Kampen een kunstaardewerkfabriek gesticht die met haar tegelplaten en tableaus helemaal inspeelde op de toen grote vraag naar Delft-voorstellingen, dat wil zeggen rivier- en molengezichten in sepia en Delfts Blauw. De fabriek zou maar twee jaar bestaan. Het Keramisch Museum Goedewaagen biedt een voor Nederland unieke collectie van 12 objecten, een bruikleen uit de collectie van Bert-Jan Baas.
De in november 1989 vastgelegde doelstelling van de stichting Keramisch Museum Goedewaagen was de studie en presentatie van Nederlandse keramiek vanaf de industriële revolutie, dat wil zeggen vanaf 1880. Die doelstelling deed afbreuk aan de constatering dat de kunstenaars en fabrikanten van de periode rond 1900, net als hun geestverwanten in Engeland, als reactie op de afstomping van de massaproductie in het industriële tijdperk bewust teruggrepen op het ambacht van de late Middeleeuwen en de vroege Nieuwe Tijd. En om dit fenomeen van de Arts and Crafts-beweging recht te doen breidde het museum dankzij een waardevol bruikleen zijn collectie ook uit met vroeg Fries aardewerk.
Na een periode van drie jaar onderhandelen kocht Goedewaagen’s Koninklijke Hollandse Pijpen- en Aardewerkfabrieken in 1923 de Amsterdamse Plateel- en Tegelbakkerij De Distel. Voorzover na te gaan was de beeldend kunstenaar, keramist en ontwerper Willem Hendrik van Norden (Amsterdam 1883 – Laren 1978) de enige Distel-medewerker in loondienst, die naar Gouda verhuisde.
Rond 1900 maakte Goedewaagen’s pijpenfabriek een enorme groei door, resulterend in 1907 in de bouw van een voor die tijd zeer modern fabriekscomplex direct buiten de vroegere stadswallen aan het Jaagpad. In het Keramisch Museum Goedewaagen is een educatieve presentatie van een uniek hoofdstuk uit Gouda’s geschiedenis terug te vinden.
Van 1953 tot 2006 werkte Jan Alblas als plateelschilder bij de aardewerkfabriek Royal Goedewaagen. Als jong personeelslid beschilderde hij ook Goedewaagen’s pijpen. De fascinatie voor de pijpen liet hem nooit los. Hij ging hen verzamelen, ook na zijn pensionering. In 2014 kocht de Nederlandse Federatie voor Pijprokers de bijna 300 stuks in zijn collectie. De NFP schonk die pijpen aan het Keramisch Museum Goedewaagen.
In het laatste kwart van de 19e eeuw werden ze een rage: figurale pijpen van staatshoofden, staatslieden. Knappe portretten, maar soms ook uitgevoerd als pure karikatuur. De Goedewaagen’s kochten veel ontwerpen aan, met name in Frankrijk en exporteerden die weer wereldwijd. Recentelijk kreeg het museum een interessant nieuw bruikleen van Geert Ramaker.
Als cartoonist en portretschilder genoot de aan de Rijksacademie opgeleide en van oorsprong Friese schilder Piet van der Hem grote bekendheid. En hij was het ook die voor de pijproken-campagnes van Royal Goedewaagen een aantal zeer geslaagde ontwerpen aanleverde van een zeer tevreden pijproker. Eén van die ontwerpen vereeuwigde Willem van Norden in een tegeltableau en naderhand ook in een kwalitatief hoogwaardig gelegd mozaïek.
Als cartoonist en portretschilder genoot de aan de Rijksacademie opgeleide en van oorsprong Friese schilder Piet van der Hem grote bekendheid. En hij was het ook die voor de pijproken-campagnes van Royal Goedewaagen een aantal zeer geslaagde ontwerpen aanleverde van een zeer tevreden pijproker. Eén van die ontwerpen vereeuwigde Willem van Norden in een tegeltableau en naderhand ook in een kwalitatief hoogwaardig gelegd mozaïek.
Als cartoonist en portretschilder genoot de aan de Rijksacademie opgeleide en van oorsprong Friese schilder Piet van der Hem grote bekendheid. En hij was het ook die voor de pijproken-campagnes van Royal Goedewaagen een aantal zeer geslaagde ontwerpen aanleverde van een zeer tevreden pijproker. Eén van die ontwerpen vereeuwigde Willem van Norden in een tegeltableau en naderhand ook in een kwalitatief hoogwaardig gelegd mozaïek.