Goedewaagen, mozaïek, reclametableau Goedewaagen met pottenbakker, ontwerp en uitvoering W.H. van Norden,1933 (coll. Bert-Jan Baas)

Veel nieuwe keramische technieken die eerst bij De Distel en later bij Goede-waagen toegepast werden voor monumentale en murale opdrachten werden vanaf 1911 geïnitieerd door de ‘kunstnijveraar’ Carel Adolph Lion Cachet (Amsterdam 1864 – Vreeland 1945). Hoewel niet direct door schriftelijke bronnen onderbouwd, moet Lion Cachets bewondering voor de in Byzantijnse stijl in de San Vitale van Ravenna in de 6e eeuw na Christus uitgevoerde mozaïeken aan de bron staan van Goedewaagen’s keramische mozaïeken.

Goedewaagen, servies Lotus, 1923; ontwerp Bert Nienhuis (toegeschreven); coll. KMG

De pijpen en grof-aardewerkfabriek Goedewaagen ging zich vanaf 1920 op de productie van gegoten aardewerk richten. Serviezen voor de nieuwe middenstand waren vanaf toen mede het doel. Van diverse keramisten-ontwerpers werden al voor 1940 serviezen in productie genomen; modelleur Jan van Breukelen leverde de meeste ontwerpen aan. Uit eigen collectie brengt het museum een aantal opmerkelijke ontwerpen.

Goedewaagen, spreukendecor Landhuis, 1938-1942

De pijpen en grof-aardewerkfabriek Goedewaagen ging zich vanaf 1920 op de productie van gegoten aardewerk richten. Serviezen voor de nieuwe middenstand waren vanaf toen mede het doel. Van diverse keramisten-ontwerpers werden al voor 1940 serviezen in productie genomen; modelleur Jan van Breukelen leverde de meeste ontwerpen aan. Uit eigen collectie brengt het museum een aantal opmerkelijke ontwerpen.

PZH, testje, kobaltblauw decor 'Oud Breda', ca 1911

De pijpen en grof-aardewerkfabriek Goedewaagen ging zich vanaf 1920 op de productie van gegoten aardewerk richten. Serviezen voor de nieuwe middenstand waren vanaf toen mede het doel. Van diverse keramisten-ontwerpers werden al voor 1940 serviezen in productie genomen; modelleur Jan van Breukelen leverde de meeste ontwerpen aan. Uit eigen collectie brengt het museum een aantal opmerkelijke ontwerpen.

Goedewaagen, vierdelige tegelstrip, 15 x 15 cm per tegel, met speelse citaten naar Miro, Picasso en Der Blaue Reiter, 1953-1955 (coll. Patrick en Nicky van Bekkum)

Volgens de kunsthistorische literatuur is het de Plateelbakkerij Flora die in de keramiekstad Gouda de fakkel van de vernieuwing en daarmee de aansluiting bij de moderne kunst uitdroeg. Niets is minder waar. Bij Goedewaagen sloot Willem Hendrik van Norden al in de oorlogsjaren aan bij de experimenten van voor 1940. Ook de Haagse schilder Chris de Moor droeg vanaf 1949, werkend in het Kunstatelier Goedewaagen-Distel in zijn schilderingen op aardewerk de geest van de New Look uit. Lees meer over Goedewaagen’s Retro-aardewerk.

De Distel, aquarelontwerp van Bert Nienhuis voor tegeltableau, voor mei 1902; tot juli 2012 coll. Royal Goedewaagen

In 1902 kocht Distel-directeur Jac. M. Lob de Amsterdamse tegelfabriek Lotus van de van oorsprong Groninger kunstenaar-ontwerper Bert Nienhuis (1873-1960). Het was een voor Nienhuis uiterst belangrijk jaar. Naar zijn ontwerpen werden aan de Van Eeghenstraat stadvilla’s van monumentale geveltableaus voorzien in de geest van de Duitse Jugendstil. Voor de Leesbibliotheek aan het Rokin – later het gebouw van Sotheby’s Amsterdam – ontwierp hij in bijna tere aquareltinten de floraal geabstraheerde betegeling van schoorsteenmantels, nu te zien in het Nederlands Tegelmuseum. Royal Goedewaagen voerde in opdracht in 1992 een tegeltableau uit naar een symmetrisch aquarelontwerp van Nienhuis van voor de zomer van 1902, dat bij De Distel en later bij Royal Goedewaagen bewaard bleef. De fijne lineaire stilering is nog helemaal in de trant van Nienhuis’ eerdere kraanvogel-tableaus voor de Lotus.

Goedewaagen-Gouda, repliek Distel-tableau Herestraat-101 van 1903, Groningen, opgeleverd augustus 1990

Nogal spectaculair was (in 1903) nog de opdracht van architect A. Th. Van Elmpt om op de gevel van het door hem verbouwde winkelpand aan de Herestraat 101 in Groningen, ingebed in diens Nieuwe Kunst- vormgeving, zeven tableaus aan te brengen. Voor het Distel-oeuvre zou het ontwerp dat naar alle waarschijnlijkheid van Bert Nienhuis stamde, veruit het meest in de sfeer van de Tsjechische Jugendstil-kunstenaar Alfons Mucha worden uitgevoerd.

Holland-Utrecht, Pendule, h. 48 cm (coll. KMG)

Dankzij een kapitale schenking van M. Schoonbroodt in 2015 van 21 objecten van de Faïencefabriek ‘Holland’ uit Utrecht kan het Keramisch Museum Goedewaagen een heel bijzondere blik geven op de sieraardewerkproductie van Willem Mijnlieffs fabriek tussen 1893 en 1905. De faïence-decors hebben wat weg van wat bij Rozenburg opgang deed, maar waren doorgaans lichter van kleur. Uniek zijn met name de neobarokke modellen.

Holland-Utrecht, jardinière, 1897, Werkorder 259, signatuur C

Dankzij een kapitale schenking van M. Schoonbroodt in 2015 van 21 objecten van de Faïencefabriek ‘Holland’ uit Utrecht kan het Keramisch Museum Goedewaagen een heel bijzondere blik geven op de sieraardewerkproductie van Willem Mijnlieffs fabriek tussen 1893 en 1905. De faïence-decors hebben wat weg van wat bij Rozenburg opgang deed, maar waren doorgaans lichter van kleur. Uniek zijn met name de neobarokke modellen.

Holland-Utrecht, Gezicht op de Nieuwmarkt, Amsterdam, voor 1906; coll. Meentwijck

Door de overname van de tegelfabriek van Schillemans zette directeur Jan Willem Mijnlieff aanvankelijk met veel succes een heel ambitieus programma van faïence sieraardewerk op waarmee hij de concurrentiestrijd met de Haagsche Plateelfabriek Rozenburg aanbond. Een tweede peiler in Mijnlieffs productie was de vervaardiging van tegels en tegeltableaus. Met name voor de tableaus wist hij twee schildermeesters van Rozenburg binnen te halen, namelijk Johannes Karel van Leurs en Jan Carel Heytze. Met deze schilders leverde de Holland-Utrecht kwalitatief hoogwaardige tableaus voor interieurs en gevelbekledingen.